3.2 Uitleg techniek

Patroon proeflapje

Bij interlocking crochet haak je in 2 (of soms meer) kleuren. Het speciale van deze methode is dat je 2 afzonderlijke delen haakt die in elkaar vervlochten zijn. Kleur A blijf je haken in kleur A, en de steken van kleur B komen steeds in vorige steken van kleur B.

We beginnen met het maken van een zogenoemde trellis (=raamwerk) in kleur A.

Maak hiervoor een schuiflus en een lossenketting van 24 lossen.

We gaan nu de raampjes maken waar een trellis uit bestaat. Het eerste raampje maken we door een stokje te haken in de 6e losse vanaf de haaknaald.

Door telkens (losse, losse overslaan op de lossenketting, stokje in volgende losse) te haken, maken we de rest van de raampjes. Aan het eind van deze toer heb je 10 raampjes. Maak alvast de eerste 4 lossen van de volgende toer en zet de lus vast met een steekmarkeerder.

Met kleur B starten we ook met een schuiflus. Dit keer maken we een lossenketting van 22. De B-kleur heeft altijd 2 lossen minder dan de A-kleur.

Er zijn 3 manieren om op dit punt verder te gaan met interlocking haken. In deze tutorial bespreken we 2 manieren.